Deelnemers
- Matias Faldbakken, Jesper Just, Sarah Morris, Emily Wardill, Clemens von Wedemeyer, Jordan Wolfson
Curators
- Nicolaus Schafhausen, Renske Janssen
Introductie door Renske Janssen / Nicolaus Schafhausen, 5 min.
Matias Faldbakken, Black Screen, 2005, DVD, 1 min.
In de korte film Black Screen beweegt de camera in een enkel shot door een bioscoopzaal waarin het filmdoek is vervangen door een zwarte driehoek. Het traditionele symbool voor amusement (het witte doek) wordt gecombineerd met het symbool voor ontkenning (de zwarte anarchistische vlag). Faldbakken is gefascineerd door systemen van kennis en macht en gebruikt tekst en beeld om de invloed ervan naar voren te brengen. Eerder schreef hij twee romans onder het pseudonym Abo Rasul (‘Macht und Rebel’ en ‘The Cocka Hola Company’).
Sarah Morris, Miami, 2004, DVD, 27:30 min.
Sarah Morris is bekend om haar film Los Angeles (2005) en abstracte schilderijen en prints, waarin zij de relatie tot onze leefomgeving visualiseert. Miami, die recent minder te zien is geweest maar zeker niet minder belangwekkend, is een portret van de gelijknamige stad, het kruispunt van toerisme en drugshandel, immigratie en ballingschap, inclusief een landelijke schoonheidswedstrijd voor honden.
Jordan Wolfson, Infinite Melancholy, 2003, DVD, 4 min.
Aansluitend Q&A met de kunstenaar, 10 min.
In de films, video’s en installaties van Jordan Wolfson wordt kunst gepresenteerd als gebied waarin in potentie persoonlijk ervaring en communicatie mogelijk is. In de grafische film Infinite Melancholy neemt Wolfson de naam van voormalig superman Christopher Reeve als symbool voor een verlamd optimisme, het heersende sentiment direct na 11 september in de VS.
Emily Wardill, Basking in what feels like “an ocean of grace”, I soon realise that I’m not looking at it, but rather that I AM it, recognising myself, 2006, 16 mm, 6 min.
Aansluitend Q&A met de kunstenaar, 10 min.
In deze recente film continueert Emily Wardill haar onderzoek naar het exemplarische en symbolische. Ze gebruikt hiervoor de ruimtes van een gebouw in Hammersmith (Londen) die van elkaar worden gescheiden door een glazen wand die slechts aan een kant doorzichtig is. De ruimtes worden gebruikt door verschillende organisaties om gesprekken en bijeenkomsten met camera op te nemen. De deelnemers zijn sprekend te zien maar vormen alleen een beeld, zij brengen geen geluid voort. Wardill componeerde haar eigen soundtrack met computersoftware die zorgt voor een symmetrisch beeld van de uitgeschreven muziek. Het midden van het muziekstuk, het breekpunt, vormt eveneens het middenstuk van de film.
Jesper Just, Something to Love, 2004, DVD, 8:10 min.
Jesper Just werk met de clichés van verschillende cinematografische genres, van gangsterfilms tot musicals, waarin vooral de afbeelding van mannen hem fascineert. Just genereert zelf stereotypen die hij vervolgens als embleem inzet om een verhaal over emancipatie van die mannelijke identiteit te bewerkstelligen. Om consistentie in zijn verhaal aan te brengen werkt Just vaak met de zelfde acteurs, een jongere protagonist en een oudere. De jongere fungeert mogelijk zelfs als alter-ego van Just.
In Something to Love wordt een conventionele Hollywoodkus niet afgebeeld als een climax maar als een mechanisch ritueel dat slechts een gevoel van ambiguïteit en leegte achterlaat.
Paneldiscussie
Aansluitend op het filmprogramma volgt een paneldiscussie waarin het kritisch gebruik van filmische middelen zoals geluid, montage en beeld wordt onderzocht in relatie tot het mechanisme van manipulatie (45 min).
Met gastsprekers Emily Wardill, Clemens von Wedemeyer, Jordan Wolfson, gemodereerd door Renske Janssen.