Ondersteund door
Ammodo, ifa (Institut für Auslandsbeziehungen), Mondriaan Fonds heeft bijgedragen aan deze tentoonstelling middels de regeling Kunstenaarshonorarium
Terwijl er momenteel veel aandacht is voor de manier waarop afval geproduceerd wordt in een samenleving, houdt Lucy Beech zich juist bezig met hoe afval vorm geeft aan die samenleving. De meest recente werken van deze beeldend kunstenaar en filmmaker hebben betrekking op hoe afval bijvoorbeeld binnen de context van wetenschap en fictie gebruikt wordt om “de grenzen te vervagen tussen sociale constructen en biologische feiten”. Beech doet daarbij diepgaand onderzoek naar feitelijke en denkbeeldige ervaringen die kunnen bijdragen aan het begrip van gender, verlangen en soms ook crisis. Onderdeel van hun solotentoonstelling Ooze is de nieuwe film Flush, die de kunstenaar in opdracht maakte voor Kunstinstituut Melly. Daarnaast omvat de tentoonstelling de Nederlandse première van Warm Decembers (2022) en het vroegere werk Reproductive Exile (2018).
Voor het maken van deze films correspondeerde Beech met historici, dichters en artsen. Ook schaduwde de kunstenaar afvalverwerkingsspecialisten en wetenschappers op het gebied van voortplanting. Beech is met name geïnteresseerd in soorten afval die niet gemakkelijk onder te brengen zijn in één categorie, onderzoeksgebied of productieproces. Het onderzoeken van ideeën over afval, waarde, geslacht en productiviteit, maar ook over de reproductieve verbanden daartussen loopt als een rode draad door de in Ooze getoonde bewegende beelden.
Op zeer uiteenlopende manieren is elk van deze films tevens een uiting van—of oproep tot—verzet. Dat komt bijvoorbeeld tot uiting in de grote hoeveelheid wetenschappelijk onderzoek die Beech bondig uiteenzet in de werken, of in het dreigende gevoel van afwijzing dat wordt opgeroepen door de verhaallijnen, beelden en personages. Niet in de laatste plaats roept ook de onaangename, visueel tastbaar gemaakte viscositeit van vloeistoffen die de kunstenaar gebruikt in al hun films weerstand op. Beech licht toe: “Een focus op viscositeit is een manier om na te denken over de krachten en spanningen die betrokken zijn bij de formatie en deformatie van afvalmaterialen, taal en ideeën over het lichaam.”
De vloeistoffen die Beech gebruikt variëren van stortvloeden urine en water tot druppels bloed en lekkende injectiespuiten. Ook zijn er kronkelende vloeibare organismen te zien onder een microscoop, evenals onrustig ogende vloeistoffen die door middel van endoscopisch onderzoek zijn vastgelegd. Af en toe zien we regen, modder, druipende fecaliën en tranende ogen. Er zijn gekleurde substanties in emmers, pijpen en slangen, of in ampullen, injectiespuiten en katheters. Ook is er in bassins bewaard water voor het reinigen van lichamen, en zien we spiegelende vloeren als gevolg van overstromend water. Beech combineert dit soort beelden met close-ups van dierlijke en menselijke huid en beelden van oogcontact, en voegt er een vleugje afluisteren aan toe.
Dieren lijken in de films van Beech te paren in het wild, terwijl ze zowel op boerderijen als in laboratoria worden getest. Waar dit het geval is, gaat het om beeldmateriaal van werkelijke gebeurtenissen. Deze beelden werden door de kunstenaar zelf opgenomen op verschillende locaties tijdens het schaduwen van landbouwdeskundigen, endocrinologen en andere wetenschappers. In de films van Beech lijken ook mensen zich soms, per ongeluk of opzettelijk, te onderwerpen aan een veranderde innerlijke staat van bewustzijn of experimenten in een lab. Dit soort filmshots werden door Beech zelf in scène gezet. In de films zien we daarnaast hoe biologisch materiaal zich voortdurend beweegt tussen de personages onderling, of de grenzen overschrijdt van heersende normen en waarden, van de beperkingen van laboratoria en natiestaten, of van een combinatie van dit alles.
Elke film binnen Ooze geeft uitdrukking aan een uniek scenario. In Flush (2023) zorgt endocrinologisch onderzoek voor controverse. De protagonist van Beech’s meest recente film is de kween (freemartin), een intersex kalf geboren uit een tweelingzwangerschap. Dit soort runderen worden vanaf de geboorte niet volledig afgedankt, maar ook niet volledig genut binnen de voedselindustrie of het lab van de wetenschapper. Beech bezocht laatstgenoemde locatie waar waar menselijke placenta's worden bestudeerd om inzicht te krijgen in hormonale stromen en reacties, een proces dat ontstond tijdens de studie van de freemartin. In de film Flush, die grotendeel in Nederland werd opgenomen, volgt Beech het spoor van de vloeistoffen die gebruikt worden tijdens dit soort experimenten en die terug te leiden zijn tot centra voor urinedonatie en de farmaceutische industrie.
Onder de vloeistoffen die door Reproductive Exile sijpelen bevinden zich de urine van paarden en die van mensen in de overgang. De film speelt zich af in een vruchtbaarheidskliniek van de Future Life-groep, waar Anne, de protagonist, een ontmoeting en briefwisseling heeft met Eva, een roestvrijstalen reproductie voor Anne’s eigen voortplantingsorganen. In Warm Decembers verweeft Beech ervaringen van crisis, liefde en gender met psychologische en biologische transities. Deze film bevat herhaaldelijke uitingen van zorg en zorgzaamheid. De woorden die uiteindelijk niet werden opgenomen in een prozagedicht van Eve Kosofsky Sedgwick vormden de inspiratiebron voor deze film die opgenomen werd in verschillende landschappen en door Beech gecreëerde droomwerelden en decors.
Het is niet helemaal duidelijk in welke tijd de drie films die deel uitmaken van Ooze zich afspelen. Hoogstwaarschijnlijk gaat het om ons heden, of mogelijk om een nabije toekomst. Hoe dan ook ontvouwen de verhaallijnen zich voornamelijk op voor ons vertrouwde locaties zoals weilanden, bossen, boerderijen, laboratoria, kuuroorden en klinieken, vermoedelijk allemaal in Europa. Het blijft echter onduidelijk om welke plaats of om welk land het nou precies gaat. Omdat de films in een voortdurende loop worden afgespeeld, blijven bovendien het exacte beginpunt en de juiste chronologische opbouw van de verhaallijn in het ongewisse. Daarnaast geven de ervaringen die centraal staan in de film ook geen aanleiding voor een eenduidige afwikkeling van een wetenschappelijk experiment of een vastomlijnde conclusie voor poëtische mijmeringen.
De ondoorzichtigheid van de verhaallijnen staat dan ook lijnrecht tegenover de transparantie van de beelden, kraakhelderheid van de surround sound en ondubbelzinnigheid van denken die ook tot uitdrukking komen in deze films. Monologen in epistolaire stijl, demonstratieve declamatie, dialogen tussen personages, poëtische voordrachten en groepsconversaties zijn verschillende verbale uitdrukkingsvormen die Beech op wonderschone wijze weet te combineren met de bewegende beelden. En hoewel sommige tekstregels als voice-over in de films worden gebruikt, is er nauwelijks sprake van een dwingend essayistische narratief.
Voor de totstandkoming van de scripts werkte Beech samen met schrijvers en alfa- en bètawetenschappers. Een van hen is de wetenschapshistoricus Tamar Novick. Als auteur van het boek Milk and Honey: Technologies of Plenty in the Making of a Holy Land, dat binnenkort zal verschijnen, houdt Novick zich bezig met vraagstukken rond afval en voortplanting op de scheidslijn tussen mens en dier. Beech en Novick waren coauteurs van The Sex Panic and the Productive Infertility of the Freemartin (2023), dat daarna het uitgangspunt zou vormen voor hun poëtische filmscript voor Flush. Voor Warm Decembers, werkte Beech samen met de dichter Cassie Westwood, die aan het begin en einde van de film delen uit haar werk The Use of the Poem in Transition (2022) voordraagt. Beech ontleende de titel van deze film aan een tekst van Eve Kosofsky Sedgwick: Notes of the Warm Decembers. Samen met de vele andere samenwerkingspartners worden deze mensen allemaal genoemd in een vierde filmprojectie die te zien is aan het begin van de tentoonstelling en ontworpen is als een soort aftiteling van de tentoonstelling.
Geboren en getogen in het Verenigd Koninkrijk, rondde Beech net een tweejarige fellowship bij het Max-Planck-Institut für Wissenschaftsgeschichte af. Dit onderzoeksinstituut in Berlijn, de stad waar Beech tegenwoordig woont en werkt, is gericht op “wetenschappelijk denken en handelen als historisch fenomeen”. In hun onderzoek aldaar hield de kunstenaar zich met name bezig met het verband tussen lichaamsafval en voortplantingsprocessen. Ook richtte Beech de onderzoeksgroep Working with Waste (werken met afval) op, een werkgroep voor kunstenaars, wetenschappers en andere mensen uit de praktijk. Hoewel Beech rigoureus onderzoek uitvoert en enkele wetenschappelijke experimenten uit hun werk ontleend zijn aan de werkelijkheid, is het werk van deze kunstenaar toch onmiskenbaar speculatieve fictie. De kunstenaar buigt zich over de hypothetische vraag ‘Wat als…?’, een vraag die kunst, creativiteit en wetenschap met elkaar verbindt.
Beech nam de in Ooze gepresenteerde films op in 4K en voorzag ze van surround sound. De films duren tussen de 15 en 30 minuten. De geïsoleerde en verduisterde ruimtes in Kunstinstituut Melly zorgen daarnaast voor een nog intensere ervaring van de weelderige beelden en soundtracks. De tentoonstelling wordt gepresenteerd in de ruimtes op de eerste verdieping. Voor de totstandkoming van deze tentoonstelling werkte Kunstinstituut Melly samen met twee instituten in Duitsland: Edith Russ Hause für Medienkunst in Oldenburg en Kunsverein Harburger Bahnhof in Hamburg.
Sofía Hernández Chong Cuy is de curator van de tentoonstelling Lucy Beech: Ooze, met curatoriele assistentie van Julija Mochuka. Flush werd in opdracht gemaakt voor Kunstinstituut Melly, dankzij de steun van Ammodo. De tentoonstelling werd verder ondersteund door ifa: Institut für Auslandsbeziehungen en het Mondriaanfonds. Warm Decembers werd mogelijk gemaakt dankzij steun van Kunstverein Gartenhuis in Wenen, het Edith Russ Hause für Medienkunst in Oldenburg, Stiftung Niedersachsen en het Max-Planck-Institut für Wissenschaftsgeschichte in Berlijn. Reproductive Exile werd in opdracht gemaakt voor Lafayette Anticipations in Parijs.
Ammodo, ifa (Institut für Auslandsbeziehungen), Mondriaan Fonds heeft bijgedragen aan deze tentoonstelling middels de regeling Kunstenaarshonorarium