zondag 21 november 1999 — zondag 13 februari 2000
Stimuli toont in een aantal klassiek moderne en hedendaagse werken de fysieke ervaring van beeldende kunst op basis van deze hallucinatoire gewaarwording.
De hedendaagse kunst manipuleert onze waarneming door de werkelijkheid steeds te ontwrichten. Met kleurvlakken, draaierige lijnen en muterende voorstellingen maakt ze ons zien voelbaar. De eigenschap van kunst om via het lichaam de geest te beroeren is van oudsher een hoofdthema van de esthetica. Tegenwoordig wordt deze eigenschap nauwelijks meer erkend. Jungles van geschiedschrijving, contextdenken en theoretische beschouwingen lijken het lichaam uit beeld te hebben verdrongen. Het is echter onbetwistbaar dat de hedendaagse kunst meer dan ooit is gericht op de directe impuls, op de inwerking van stimuli op het lichaam. Deze stimuli beïnvloeden de geestestoestand van de kijker. Ze veroorzaken een vorm van alternatieve waarneming, een vorm van hallucinatie.
Stimuli toont in een aantal klassiek moderne en hedendaagse werken de fysieke ervaring van beeldende kunst op basis van deze hallucinatoire gewaarwording. Met lome beeldpatronen, voortdurende herhaling en optische vervorming geven de getoonde werken vrij spel aan verschillende bewustzijnstoestanden zoals hypnose, extase, trance en shock.
Een belangrijk klassiek werk in de tentoonstelling is Marcel Duchamp’s Rotoreliefs (1935), dat bestaat uit twee sets van zes kartonnen aan weerszijden met lithografie bedrukte schijven, die langzaam op een pick-up draaien.
Eenzelfde malende beweging wordt op heel andere wijze voelbaar in Bruce Nauman’s Clown Torture (1987), waarin een clown een zich steeds repeterend verhaaltje vertelt terwijl op een monitor tegenover hem een nar onophoudelijk lacht. In de “boomtakvideo” (1998) van de Nederlandse kunstenaar Rob Johannesma wordt de bezoeker gehypnotiseerd door het haast ongemerkt in -en uitzoomen op een pastoraal landschap waaruit langzaam stukken verdwijnen. Vito Acconci’s intieme monoloog in Theme Song (1973) heeft eenzelfde bedwelmende werking. Matt Mullican’s Hypnosis Tapes (1996), tenslotte, tonen de kunstenaar zelf onder hypnose.
De Achromen (1958, 1962) van Piero Manzoni hebben een sterke meditatieve werking door de afwezigheid van verdwijnpunten. Eenzelfde meditatieve werking wordt veroorzaakt door Corps Noir (1994 -1999) van Ann Veronica Janssens, een enorm komvormig paneel van zwart plexiglas waarin de ruimte omgekeerd wordt weerspiegeld. Francis Alÿs’Narcotourism (1996), het enige werk in de tentoonstelling dat daadwerkelijk berust op een hallucinatie, toont de veranderende waarneming van een wandeling gemaakt onder invloed van steeds een andere drug.
Stimuli toont voorts werken van Dennis Adams, Justin van Duurling, Peter Fillingham, Runa Islam, Elina Montesinos, Lou Reed, Nasrin Tabatabai, Fiona Tan, Koen Timmermans en Ulay.
De tentoonstelling is geïnitieerd in samenwerking met Karel Schampers, (toen) hoofdconservator moderne kunst van Museum Boijmans Van Beuningen.
Bij de tentoonstelling verschijnt een publicatie waarin onder meer de klassieke tekst van Georg Simmel “The Metropolis and Mental Life” en “Droommachines: nieuwe media als nieuwe roesverwekkers” van Jos ten Berge.